Gisteravond zijn we aangekomen in Ushuaia. De busreis was lang en niet erg prettig. Allerlei vertragingen, te koude airconditioning, verwarming juist te hoog. Grenscontroles die erg traag verliepen: sta je daar voor de vierde keer met je tassen te wachten in de regen.
Ik was moe, hongerig, alles deed pijn, maar dat was bijna vergeten toen we in de buurt van onze eindbestemming kwamen. Links sprongen een paar guanaco's (die nep-lama's) van de weg af; aan de rechterkant schitterde een langgerekt meer. De bergtoppen vol sneeuw en wolken. Na een paar slingerbochten kwam onder ons de stad in zicht, de lichten van containerschepen en catamarans in de haven. Rijen huizen ingeklemd tussen de bergen en het water. En daarna? Niets meer, alleen nog wilde natuur. We zijn in Ushuaia, de zuidelijkste stad ter wereld.
Al snel wordt duidelijk dat de mensen hier aardig zijn. Echt aardig. Oprecht, niet opdringerig. De taxichauffeur vraagt ons of we wel een reservering hebben. Ons hostel ligt een stukje uit de stad en hij wil ons daar niet zomaar achterlaten. In het hostel worden we warm ontvangen, net zoals in het eettentje verderop. In een kleine, onaangeklede ruimte staan mannen lachend eten te maken. Op een grote grill liggen grote worsten en hele kippen. We komen voor een pizza (tip: niet doen. Al zijn ze hier nog zo aardig, pizza maken kunnen ze niet), maar op een grote vleesvork worden stukken worst uitgedeeld. Zo beleefd als ik kan, sla ik af - vegetariër zijn, wordt hier toch een beetje als een belediging gezien - dus de kok geeft Maarten met een knipoog ook mijn stuk. Net als vroeger bij de slager.
De buschauffeur die ons een stuk de berg op brengt, kletst gezellig en de vrouw die ons weer ophaalt, met haar kleinzoon naast zich, geeft ons er haast een tour bij. Ze vertelt van alles over de omgeving, wat er hier verbouwd wordt, dat dat aardbeien zijn, dat Nelson Mandela ooit in dit hotel sliep, dat je hier soms 4 seizoenen in één dag hebt, dat de kleuter naast haar al Engels krijgt op school. Hij begint vol trots te tellen en als we worden afgezet geeft hij M. een high-five. Dat afzetten gebeurt waar we willen, we zijn de enigen in de bus dus ze hoeft zich niet aan de route te houden. "Geen moeite", zegt ze, en ze meent het.
Het weer hier is helaas niet echt geweldig: bewolkt en miezerig. Met stralend weer zijn de uitzichten hier eindeloos, maar we zullen het helaas zonder moeten doen. Gelukkig vermaken we ons ook zo wel. Vanmiddag zijn we naar een kleine gletsjer geweest. Niet erg indrukwekkend, maar het was wel een leuke wandeltocht. Lekker om me weer eens echt in te spannen op de moeilijke stukken, de natuur in. En de frisse lucht: zo lekker na het benauwde Buenos Aires en de as in Puerto Madryn. Het is wel gek om het ineens weer koud te hebben, een week geleden liep ik nog zwetend door de stad. Komende dagen blijven we nog even in de kou zitten: nog één dag in Ushuaia en daarna naar El Calafate voor een echte gletsjer. Met al dat ijs hier krijg ik bijna een kerstgevoel..
Jaloersmakend gaaf!!!
BeantwoordenVerwijderenWow, just wow.
BeantwoordenVerwijderenAh Eva, wat maak je mooie dingen mee :)
BeantwoordenVerwijderenWat een verschil met de vorige post, een totaal ander landschap! Wat gaaf dat een land zo divers kan zijn.
BeantwoordenVerwijderenWow <3
BeantwoordenVerwijderen