vrijdag 3 december 2010
Een normale dag.
Om half 9 word ik wakker van mijn telefoon die zachtjes 'Black Balloon' begint te spelen: mijn wekker. Ik sta langer onder de douche dan nodig, maar ik kan warm water moeilijk weerstaan. Terwijl ik ontbijt met cappuccino-extra-schuim en een kom yoghurt met cornflakes, blader ik mijn Spaans-Nederlands woordenboek door en verbaas me, zoals altijd, over al die nieuwe woorden.
Vijf minuten later dan gepland trek ik mijn zwarte vest en witte leren jasje aan, gris nog snel mijn mp3-speler en sleutels van tafel en loop de deur uit - de zon in. Langs de witte huizen, het kleine parkje met de palmbomen, de bakker op de hoek, de heuvel af langs de 'oude huizen', de lange weg af langs bar Falafel, de apotheek, dat winkeltje met die mooie sieraden, over het plein met dat hotel en die boekenwinkel, de steile heuvel op, langs la Bodeguita, de oude muur, de heuvel af en de school in. Ik begroet K. en wordt gezoend door E. In het lokaal waar L. Engelse les geeft aan kleine kinderen zijn overal briefjes op geplakt: lamp, ceiling, floor, cupboard, light, table, chair.
E. heeft een opdracht voorbereid over de futuro, maar daar komen we niet aan toe. Ik vraag, zij antwoordt en de lessen ontvouwen zich aan de hand van wat ik weten wil. Als mijn hoofd dreigt over te lopen (van informatie, of sinds vandaag van verkoudheid) nemen we een pauze. De heuvel op naar bar Bejines, waar de barman me nog iedere ochtend vragend aankijkt en ik steeds hetzelfde bestel. Café con leche en een tostada, met boter en zout of met olijfolie, tomaten en zout. Een half uur lang kletsen we, vraag ik en struikel ik over de woorden die nog altijd vreemd mijn tong afrollen.
De heuvel af, even genieten van de zon en dan terug de school in, terug naar de les. Daarna weer de heuvel op, waar ik snel even la Bodeguita in huppel om te vragen of BM vrij is vanavond. Verder door naar huis, heuvel af, brood halen, heuvel op, naar huis. Ik ruil mijn laarzen om voor loopschoenen en besluit de omgeving van mijn nieuwe huis te ontdekken. De weg kronkelt rustig naar beneden en na één kilometer verandert het asfalt in zand. Ik hoor de muziek in mijn oren en voel de warme zon en frisse wind op mijn huid. Als ik naar rechts kijk zie ik cactussen, links van me liggen dennenappels, voor me in de verte de zee en het Afrikaanse continent. Op de terugweg voel ik het zachte zeuren van de spieren in mijn kuiten en het rommelen van mijn maag.
Thuis nestel ik me op de bank met een bord vol mango en spinazie met geitenkaas en balsamico en "de ondraaglijke lichtheid van het bestaan". De uren tikken voorbij en met een glas ananas-perensap en een stuk chocola kom ik ook de rest van de middag door. Ik kijk uit het raam en zie hoe in de verte grote wolken aan komen waaien. Als BM me om zeven uur op komt halen is de lucht helemaal donker en tien minuten later regent het.
Op de bank van BM herhaalt zich het middagritueel, maar dan met een glas wijn, pasta met room en noten en een grote stapel oude Spaanse boeken. Ik blader door "el insoportable levitad de ser" en andere boeken van Kundera, Spaanse poëzie en vergeet de wereld om me heen. Hij laat me het boek zien met gedichten van een vriend, uitgegeven na zijn dood. Het voorwoord, geschreven door zijn ouders, maakt me stil. De foto toont een stralende jongen met zijn surfboard, het verhaal schetst een ander beeld. De film met Gael Garcia Bernal neemt de zwaarte weg en ik wissel wat heerlijk kleffe sms'jes uit met mijn lief, mijn liefste.
Ergens gedurende de avond houdt het op met regenen en ik ga naar huis. De regenwolken drijven weg, maar aan de horizon leggen nieuwe wolken al een deken over de aarde. Daartussen, daar waar ik ben, is het helder. Ik leg mijn hoofd in mijn nek en zie de mooiste Melkweg die ik in tijden heb gezien. Kippenvel vormt zich op mijn armen: het is koud, het is mooi. Ik zie een vallende ster en wens. Niets specifieks, maar ik wens. Ik kijk naar mezelf, naar dit moment, deze helderheid tussen de wolkendekens in en neem alles in me op.
Thuis stap ik in bed en vlak voor ik in slaap val, bedenk ik me dat ik er goed aan heb gedaan. Het is goed dat ik hierheen ben gekomen, het is goed dat ik los laat, het is soms goed om je te laten overspoelen, want een ieder die ooit aan zee is geweest, weet dat het maar golven zijn. Zolang je je hoofd recht houdt, kom je wel weer boven. Ik kom boven. De eerste weken waren er golven, daarover later misschien meer, maar ik kom boven en op hun deining slaap ik beter dan ik in tijden heb gedaan.
Labels:
Europa,
Spanje,
The world is my home
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Poezie!
BeantwoordenVerwijderenJezus lief, kun je het nog mooier omschrijven? Ik ben zo blij voor je dat je daar bent en tegelijkertijd zo jaloers want ik wil ook zo graag weer naar 'mijn' Spanje :) Geniet ervan!
BeantwoordenVerwijderenEva je doet me inwendig kreunen van verlangen. Shit, ik wil ook.
BeantwoordenVerwijderenAls dit al normaal is? Dit klinkt als ongelofelijk.
BeantwoordenVerwijderenHet is zo leuk om dit te lezen en flarden uit je leven daar te herkennen, er beelden en gevoelens bij te hebben. En again again, wat een prachtige foto's. (jemig ik val in herhaling)
BeantwoordenVerwijderenKus!
Heerlijkheid en een vleugje jaloezie.
BeantwoordenVerwijderenIk zou willen zeggen dat ik er stil van wordt, zo mooi! Maar ik ben natuurlijk al stil als ik lees. Hoewel 'natuurlijk' ...; ik wel in ieder geval.
BeantwoordenVerwijderenOok biggelde er net spontaan een traan over mijn wang toen ik het einde las. Jemig meid! Trots is niet het goede woord, maar heeft er wel mee te maken.