Identificatie zit hem natuurlijk niet in alledaagsheid. Juist niet! Die zit in het ongewone. (...) Als je op straat een toevallige voorbijganger aanhoudt, hem een haarscherp portret toont van iemand, nauwkeurig naar het leven getekend, en hem vraagt: "Ben jij dit?" zal hij één blik werpen.
"Nee," antwoordt hij, "dat ben ik niet. Dat is iemand anders," en hij loopt door.
Maar toon hem eens een vage contour met daarin een koffievlek en een paar vegen.
"Ben jij dit?"
Hij lacht eerst, dan kijkt hij. Hij haalt zijn schouders op. Kijkt nog eens. "Nou, die neus, ach, die lijkt misschien wel een heel klein beetje. En er is ook wel iets in die ogen, wat raar.." Hij bestudeert de afbeelding grondiger. "Heel eigenaardig." Hij houdt hem op armlengte en draait hem een kwartslag. En nog eens.
Om te zien of hij een gelijkenis kan vinden, moet hij over zichzelf nadenken. En zelfs als hij besluit dat hij zich niet kan herkennen in wat je hem toont, dan nog loopt hij verder met een ander beeld van zichzelf dan hij had voordat je hem staande hield.
- Arthur Japin
Japin is een held :) (*is weer eens Een Schitterend Gebrek aan het lezen*)
BeantwoordenVerwijderenDit is gek, ik las de eerste zin en ik dacht, dat moet Arthur Japin zijn. En ik heb nog nooit een boek van hem gelezen; ik heb hem alleen één keer in een tv-programma gezien.
BeantwoordenVerwijderen